Per 1 januari 2021 werd het aanvragen van een definitief vastgesteld energielabel voor woningen gewijzigd. Een geregistreerd energielabel is verplicht bij het koop stellen van een woning. Grote verandering is dat het label niet meer digitaal kan worden aangevraagd en vastgesteld, maar nu door een energie-adviseur wordt afgegeven die in de woning onderzoek doet naar de energieprestatie.

Geen beschikbare adviseurs en hoge kosten
Om een energielabel te mogen afgeven moet een adviseur gekwalificeerd zijn en daar ontbreekt het nu aan: er zijn er te weinig en ze zijn ook nog moeilijk te vinden. Gevolg is soms maanden vertraging voor de huiseigenaar die de woning te koop wil zetten, een onwenselijke situatie waar heel veel woningen mee te maken hebben. Daarbovenop komt nog dat de kosten van een energielabel fors duurder uitpakken dan eerder aangekondigd en waarop de minister had gezinspeeld. De kosten blijken eerder rond 300 euro te zitten dan tegen 200 euro per afgegeven label (vgl. het tarief vóór 2021 van 10-30 euro).

Demissionaire improvisatie
Wellicht is het nieuwe label iets te snel ingevoerd, luidt ook de kritiek van met name Vereniging Eigen Huis, iets waar zij eerder al voor hadden gewaarschuwd. Belangrijk is dat er genoeg goede adviseurs te vinden moeten zijn, dus heeft demissionair minister Kasja  Ollongren een gedoogregeling afgekondigd waarbij energie-adviseurs, die voor hun examen zitten en dit mede door corona niet kunnen doen, toch energielabels mogen afgeven met de kwalificaties die ze hebben. Streven is om dan rond 1.000 nieuwe gecertificeerde adviseurs te hebben halverwege 2021. Tot dat moment vervalt de plicht voor eigenaren om een geldig energielabel te hebben en zal er tot 1 juli niet gehandhaafd worden. Bij de overdracht van een woning (huur of koop) is een definitief label echter wel vereist.